Prenatale screening
Tijdens je zwangerschap kun je kiezen voor een aantal onderzoeken naar mogelijke aangeboren afwijkingen. Dit noemen we prenatale screening. Tijdens de eerste afspraak zullen we je hier een uitgebreid gesprek voor aanbieden. Je beslist zelf of je deze onderzoeken wilt.
Wie komen in aanmerking voor prenatale screening?
Alle zwangere vrouwen kunnen vragen om een prenatale screening. Zo′n screening staat los van leeftijd, gezondheid en de vraag of er erfelijke of aangeboren aandoeningen voorkomen in jouw familie of die van je partner. Voor prenatale screening bestaan verschillende testen.
Welke onderzoeken zijn er?
NIPT
De NIPT staat voor Niet Invasieve Prenatale Test. Dit is een bloedonderzoek bij de zwangere die vanaf 10 weken zwangerschap kan worden gedaan. De test kijkt of er aanwijzingen zijn dat de baby het Downsyndroom, Edwards syndroom of Patau syndroom heeft. Indien er een afwijkende uitslag van deze test is, kun je kiezen voor vervolgonderzoek in het ziekenhuis (d.m.v. een vruchtwaterpunctie of vlokkentest).
13 weken echo
Op 1 september 2021 wordt de 13-weken echo ingevoerd als onderdeel van een landelijke wetenschappelijke studie. Kies je voor deze echo dan doe je mee aan de studie.
Deze echo heeft hetzelfde doel als de 20-weken echo. Als er vervolgonderzoek nodig is, heb je meer tijd om te bepalen wat je met de uitslag doet dan bij de 20-weken echo. Bij de 13-weken echo is het kind kleiner en minder ver ontwikkeld. Er is minder zichtbaar dan bij de 20-weken echo, maar sommige vaak ernstige afwijkingen zijn al wel te zien. In tegenstelling tot bij de 20-weken echo kan er niet naar het geslacht worden gekeken bij deze echo.
20-weken echo
In de twintigste zwangerschapsweek kun je ervoor kiezen om een uitgebreide echo te laten maken: het structureel echoscopisch onderzoek (SEO). Tijdens deze echo wordt er gekeken of de baby lichamelijke afwijkingen heeft, De 20-weken echo is geen pretecho, maar een medisch onderzoek. Indien er bij deze echo een vermoeden is op een lichamelijke afwijking kun je ervoor kiezen om vervolgonderzoek te doen in het ziekenhuis.
Vervolgonderzoek in het ziekenhuis
Indien er een verhoogde kans is op een aangeboren afwijking kun je extra onderzoek in het ziekenhuis laten uitvoeren. Soms weet je vooraf al dat je een verhoogde kans hebt op een kind met een aangeboren afwijking, bijvoorbeeld als dit in de familie voorkomt. Ook kan uit onderzoek tijdens de zwangerschap een vermoeden blijken op een aangeboren afwijking bij de baby. Ook dan kun je extra onderzoek in het ziekenhuis laten doen om meer informatie te krijgen. Na uitleg door een gynaecoloog en/of een klinisch geneticus kun je vaak kiezen uit verschillende onderzoeken, zoals een vruchtwaterpunctie, een vlokkentest of infectie-onderzoek. Welk onderzoek het meest geschikt is, wordt met jullie vooraf besproken. Je mag natuurlijk ook kiezen om geen verder onderzoek in te zetten.
Meer informatie vind je op: pns.nl